1586: Na de moord op Willem van Oranje in 1584 ontstond een machtsvacuüm. Voor de opstand tegen Spanje werd de stadhouder aangesteld door het Habsburgse Huis, maar na de opstand lag die verantwoordelijkheid bij de gewesten van de lage landen. De oudste zoon van Willem van Oranje, Filips Willem, zat gevangen in Spanje, en was daarom niet beschikbaar voor die functie. De 16-jarige Maurits was de tweede zoon van Willem van Oranje. Van Oldenbarnevelt was een van degenen die pleitten voor een overdracht van de functie van stadhouder aan Maurits. Johan van Oldenbarnevelt was intussen door zijn vele werk in verschillende statencommissies een belangrijke persoon geworden binnen het landsbestuur. In 1586 werd Van Oldenbarnevelt landsadvocaat en raadpensionaris van de Staten van Holland. Hij zou dit tot zijn dood blijven. Een landsadvocaat was formeel gezien slechts een woordvoerder, maar Van Oldenbarnevelt slaagde erin zich via deze functie omhoog te werken. Hij leidde vergaderingen en alle besluiten en uitgaande stukken gingen via zijn hand. Hij wist te bereiken dat niet de Raad van State, maar de Staten-Generaal het hoogste bestuursorgaan werd. Omdat Van Oldenbarnevelt zitting had in de Staten-Generaal, kon hij op deze manier zijn macht en invloed verder uitbreiden. In de praktijk kon niemand om hem heen.

Bron: Wikipida 2016

Willem van Oranje

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *