1695: Comp(areeren)de voor ons Hendrick van Beijnen en Jan Claessen Breeckelmans
schepenen der heere Druenen Hendrick Schuts posthouder van heere Druenen op
Sleeuwijcxse veer ter eenre, ende huijbert van Broeck woonende binnen
de voors(chreven) heerlijcheijt ter andere zijde, dewelcke naer voorgaende
orders van dhr. Borrebagh, postm(eeste)r woonende in S(grave) hage
dewelcke met den andere zijn overcoomen ende geaccordeerd, om op ende het rijden
tusse de voors(chreven) heer(lijke) Druene, en het Sleewijcxse veer dagel(ijks) et visa versa, eerstel(ijks)
is geconditioneert dat den voors(chreven) tweede comp(aran)t gehouden sal wesen
het ridt als voor(chreven) staet daegel(ijks) te sullen moete berijden, met goede knechts
en bequame paerden met behooren monteringe ende dat door
de stadt van Heusden, ende welck ridt de voorsc(hreven) tweede
comp(aran)t dagelijcx sal moeten doen binnen den tijt van drie uren
ten uijtterste, ende tot securiteijt, van den eersten comp(aran)t soo sal
den voors(chreven) tweeden comp(aran)t gehouden wesen te besorgen
een brieffien mede te brengen wanneer de post brieven tot sleewijck aldaer
aencoomen ende wederom affgaen welck voors(chreve)n brieffien alle dage
precies aenden eerste comp(aran)t sulle moete worde verthoont omme
na deselve precisel te conne reguleren is mede wel expressel(ijks) geconditio(neert)
dat de posteljons egeene brieven onder wegen ofte wel tot worcom off heusden etc. sullen
aennemen ofte sullen deselven moeten renvoijeren ten comptoiren daer deselve
moeten wesen, gelijck oock de posteljons niet meer sullen vermogen te nemen
soo van de boven als beneden brieven als eene st(uiver) voor haer salaris, ende in
cas dat voors(chreven) tweede comp(aran)t offte zijne knecht het geene v(oor)s(chreven) is
in mora ofte gebreecke quamen te blijven zal in soodanige geval voor de eerste reijse
verbeuren twaelff gul(den) voor de tweede reijs achtien
gul(den) ende die telckens aen zijne gagie te sulle laeten vorts waer innen den tweede
comp(aran)t hem selve vrijwilligh laet in condemneren sonder eenige acte als dese daer
toe te optineren, ende dat voor eenen tijt ende termijn van vier eerstcoomende ende achter
een volgende jaren waer van dese hure is aengegaen den eerste januarij deses jaers 1695
ende zal eijndigende met den eerste januarij in de toecoomende jaere 1699, waer voor den
eerste comp(arant) alle jaer sal moete betaelen een somme van seshondert en vijff en veertigh
gulden ende dat van drij maende tot drij maenden der gerechte vierdepart, noghtans onbegreepen
op veertien dagen na de expiratie van voors(chreven) drij maenden, voort allen het geene voors(chreven)
is die de tot wel voldaen van dese conditie soo verbinden sij comp(aran)then staende persoon ende
goederen hebbende ende vercrijgende egeene uijtgesondert stellende deselve ter
judicature van alle heere hoove rechte ende rechteren ende specialijck onder de vrijwillige
condemnatie van schepenen alhier des ooirconde onderteeckent op de 25de maart 1695
Getekend: Hendrick van beijme (of Beijen ?)
Jan Breeckelmans
Mij present
Geef een reactie