1681:
Ook na de benoeming van Van de Poel was de toestand voor de Eindhovense kooplieden niet ideaal. Na ontvangst van de post duurde het immers enkele dagen voor het antwoord kon worden verzonden. Al rond 1681 gooide het stadsbestuur het daarom op een akkoordje met de Hollandse postmeesters.
De route werd van Steensel naar Eindhoven verlegd en het stadsbestuur zorgde als tegenprestatie voor het vervoer naar Hamont. Joannes Antonius van der Heyden werd tot postmeester benoemd en tegen betaling van 60 gulden per jaar met het vervoer belast. Van de Poel wordt voor het laatst vermeld in de burgemeestersrekening van 1678/79. Vermoedelijk is de nieuwe route voor het eerst bereden eind 1678 of begin 1679.
Uit een brief die het stadsbestuur in 1681 aan de Haagse postmeester A. Borrebach stuurde blijkt, dat de brieven voor Den Haag via Gorinchem veel eerder aankwamen dan wanneer ze over Dordrecht werden gezonden. In het concept heeft aanvankelijk zelfs gestaan “doorgaens een postdagh eerder”, maar dit is later doorgehaald.
Geef een reactie