1763: In 1762 hadden de vroegere octrooihouders van deze wagenpost tussen ’s Hertogenbosch en Maastricht een verzoek naar de Staten Generaal verzonden met de vraag hun onderneming aan derden over te mogen geven. Ze kregen hiervoor de toestemming op 19 november 1762 zodat Johan Huttman (voor de helft), Jacob Sassen en Achelaar Mathijs van den Dungen (beide voor 1/4de) vanaf 24 februari 1763 de nieuwe uitbaters werden. De akte werd verleden voor notaris Leendert Willem van Beusekom te ’s-Hertogenbosch. In de verkoop waren ook de 55 tot de posterij behorende paarden, alle rijtuigen en uitrustingen, het huis en stallen en verder alle gereedschappen inbegrepen. Het aandeel van Mathijs Van den Dungen in deze aankoop bedroeg 3800 gulden. De wagenposterij was dus een grote onderneming maar op dat moment zeer onzeker door de heersende oorlogsspanningen.
Deze overname zorgde er ook voor dat op 25 april 1763 een conventie opgemaakt (zie afb) werd tussen de stad Eindhoven en de nieuwe aandeelhouders van de wagenpost tussen ’s-Hertogenbosch en Eindhoven. Elke week zouden er voor de burgers van Eindhoven 2 zitplaatsen gereserveerd worden op de rit van Eindhoven- Den Bosch die op donderdag en zondag plaatsvond. Men kon zich tot 8 uur ’s avonds aanbieden de dag voor de rit. In de richting van Maastricht werd er geen expresserit ingelegd indien de postwagen niet uitreed. Gegadigden moesten dan de volgende rit afwachten. Voor de rit tussen Den Bosch en Eindhoven en v.v. betaalde men 4 schillingen. Naar Maastricht betaalde men voor een heen- en terugrit 10 schillingen.
Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost.
Achel op een
kruispunt van de
diligences” auteurs
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe,
pag 23, 25 en 26 Achel.
Geef een reactie