1806: Aangaande de Heezerhut.

Na deze tussenstop (geen postwisselplaats) gaan we verder naar de Aalsterhut.

Nu ook wel de “Hut van Mie Pils” genoemd.

Deze naam heeft niets te maken met een bepaald soort bier. De hut is zo genoemd naar de in 1856 op Boshoven in Leende geboren Maria Peels-van den Broek, die later in deze herberg de scepter zwaaide en ze heeft daarmee kennelijk een goede indruk gemaakt. Maria Peels stierf in 1928 in de gemeente Waalre. Vanuit de Hut van Mie Peels kun je een mooie tocht maken b.v. verder naar Aalst enz. Wij gaan nu op weg naar de volgende hut, namelijk de Heezer Hut. De oude weg van Aalster- naar Heezerhut is niet goed meer te fietsen, c.q. helemaal vervallen, dus doen we dat wederom vanuit Heeze. Via de Heezerenbosch richting Valkenswaard door een mooi landschap, eerst een gebied met oude vliegdennen, nu in de zomer dikwijls kampeergebied voor scouting groepen, na het viaduct een mooi uitzicht over de Spinsterberg en zo komen we vanzelf bij een huis midden in het bos: De Heezerhut. Deze lag ook weer strategisch, niet alleen aan de weg van Eindhoven naar het Zuiden, maar ook halfweg tussen Heeze en Valkenswaard.
Om het hutten verhaal nu compleet te maken; er was vroeger nóg een Heezerhut en die lag tussen Heeze en Someren, ter hoogte van het punt waar nu de Boschlaan op de Somerenseweg uitkomt. Op oude kaarten is de precieze plaats te zien. Ook dit is weer een prachtig gebied; de Herbertusbossen aan de rand van de Strabrechtse Heide. Aan de overkant van de weg het “40 Bunder” bosgebied, waar veel verschillende naaldhoutsoorten te vinden zijn en dat grenst aan de Sterkselse ontginningen van de Vlaamseweg. Oorspronkelijk was dit hele gebied een natte heide, met daarin o.a. de Kapellerput.


Bron:
Ontdekkingsreis langs
bekende wegen
door Ricus van de Krestert.