Op 21 juli 1672 had Adolf Borrebagh, als vurig aanbidder van de Prins van Oranje, zijn
machtigste vijand, de raadpensionaris Johan de Witt, het zwijgen willen doen opleggen. Op
een nacht wachtte een groepje Borrebagh-getrouwen raadspensionaris Johan de Witt en zijn
broer aan het Haagse binnenhof op om hen te liquideren. Johan de Witt overleefde de aanslag
en één van de drie kompanen van Borrebagh werd omwille van de aanslag onthoofd. Borrebagh
ontkwam, hield zich schuil maar werd, na contact van zijn vrouw met en op voorspraak
van prins Willem III, niet verder vervolgd. Cornelia Borrebagh, de huisvrouw van den Haagse
postmeester Adolf Borrebagh had meteen na de feiten de prins aangesproken met het verhaal
dat men haar de posterij wou ontnemen waardoor ze haar lieve kinderen het brood uit de mond
zouden nemen. Ze had schrik dat binnen 5 of 6 dagen het postmeesterambt van haar man ontnomen
zou worden. Ze verzocht zijne hoogheid deze bedrukte en onnoozele vrouw genadiglijk met
een favorabel letterken aan den tegenwoordigen magistraat te begunstigen. De prins ging in op
haar voorstel en Borrebagh kon zijn postmeesterambt zonder verdere rechtsvervolging opnemen.


Johann de Witt

Bron:
Het boek “Hamont. De geheimen
van zijn brievenpost. Achel op een
kruispunt van de diligences”
auteurs Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag14, Hamont.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *