Pierre Rip
1686: Rotterdam laat brieven door Adolph Borrebagh bezorgen.
Bron: Het boek “Hamont. De geheimen van zijn brievenpost. Achel op een kruispunt van de diligences” auteurs Guido Tijskens en Luk Van de Sijpe, pag 20, Hamont.
07-11-1687
Teunis Maertensz Cop verkoopt aan Cornelis Wilkens, postmeester van het kantoor
te Amsterdam, 180 roeden land in de polder achter de Kerk, belend ten oosten en
zuiden de koper, ten westen Gijsbert Wi1lemsz van Leeuwen, ten noorden Adriaen Wittert c.s. Koopsom 195 gulden.
22-05-1687
Jacob van Dijck, wonend te Gouwsluis, is schuldig aan de Kerk te Alphen een bedrag
van 0 gulden. Gesteld onderpand: een huis en erf te Gouwsluis, strekkend van de Hoge Rijndijk tot de Rijn, belend ten oosten de kinderen van Jacob Jansz Verruijt met Corne1is Gijsz Segvelt, ten westen Adriaan van Assendelft, met een schuld van 400 gulden, aankomend Johan Daman, postmeester van Rotterdam. Borgen: Cornelis Cornelisz Zael, oud-schepen en Abraham van Dijk, wonend te Boskoop. Geroijeerd 09-06-1724.
20-05-1687
Christiaen van Offenbech, voor een helft, en Pieter de Brouwer, beiden postmeesters
in Den Haag, met procuratie van Johan van der Horst, postmeester te Zwolle, voor de
wederhelft, verkopen aan Jacob van Dijek, wonend te Gouwsluis, een huis en erf aldaar, reeds bewoond door de koper, strekkend van de Hoge Rijndijk tot de Rijn, belend ten oosten de kinderen van Jacob Jansz Verruijt met Cornelis Gijsz Segve1t, ten westen Adriaan van Assendelft, met een schuld van 400 gulden, aankomend Johan Daman, postmeester van Rotterdam.
Koopsom 1.000 gulden.
1687: De keizerlijke postmeester rapporteerde over de rit tussen Pietersheim en Hamont.
Het boek “Hamont. De geheimen van zijn brievenpost. Achel op een kruispunt van de diligences” auteurs Guido Tijskens en Luk Van de Sijpe, pag 18 Hamont.
1687: Postroute Hamont-Luik
Bron: Het boek “Hamont. De geheimen van zijn brievenpost. Achel op een kruispunt van de diligences” auteurs Guido Tijskens en Luk Van de Sijpe, pag 17-18-19 Hamont.
1687: Verbinding naar Maastricht door het Land van Luik was in het nadeel van Turn en Taxis (brief Van Vrecken), rapportering Van Vrecken.
Bron: Het boek “Hamont. De geheimen van zijn brievenpost. Achel op een kruispunt van de diligences” auteurs Guido Tijskens en Luk Van de Sijpe, pag 17-18-19 Hamont.
08-04-1688
Cornelis Wilckens, postmeester van het kantoor van Hamburg te Amsterdam, draagt
over op Hubert Rosenboom, heer van Schrevelsrecht, raadsheer van de Hoge Raad in Holland, een schuldbrief d.d. 08-05-1684 te Alphen, groot 800 gulden, ten laste van Arent Pietersz van Leeuwen. Koopsom 800 gulden.
(zie RA Alphen
invnr. 24 folio 14)
1688: Tractaat met de Fransche directie der post werd stipt nagekomen tot in 1688.
Wij zullen nu wat langer stilstaan bij eene aangelegenheid, die gedurende bijna 60 jaren de diplomatie van Frankrijk en der Republiek en buitendien de Staten van
ons land bezig hielden, zonder dat ze naar ik meen eene definitieve oplossing verkreeg. Het betrof een geschil tusschen de Fransche algemeene postdirectie en de post-
meesters van eenige Hollandsche steden, waaronder die van ’s Gravenhage.
Aan de welwillendheid van den heer oud-referendaris M. A. van Rhede van der Kloot heb ik onderstaande aanteekeningen omtrent den postmeester Dedel te danken.
Mr. Willem Gerrit Dedel was het eenig kind van den burgemeester Jan Dedel en van Anna Maria Hudde.
Hij was geboren te ’s Gravenhage den 30 Maart 1675, en is overleden te Leiden den 22 Januari 1715.
Hij is geweest secretaris, president, schepen en raad van Amsterdam en postmeester der posterijen op Duitschland, Italië en Frankrijk.
Den 5 Januari 1702 huwde hij te Amsterdam Susanna Sophia van de Blocquerie, geboren
te Amsterdam 6 Maart 1675, overleden aldaar 30 Juli 1733.
In 1669 teekende Christiaan Constantin Rumpf als gezantschapssecretaris der Hoog Mogenden te Parijs een tractaat met de Fransche directie der post op den vreemde.
Dit verdrag werd stipt nagekomen tot in 1688. Link naar de verbinding over Hamont naar Luik
Tegen het einde van dit jaar gaven de Haagsche postmeesters het slechte voorbeeld, spoedig daarop gevolgd door die van Dordrecht, Haarlem, Delft en Leiden. Ge-
bruik makende van den toen heerschenden oorlogstoestand (den 9-jarigen oorlog) weigerden zij te betalen, terwijl de Fransche post volgens hare bewering trouw doorging
met de verzending tot aan het Kuipersveer der brieven bestemd voor Holland.
Na het beëindigen van den oorlog door den vrede van Rijswijk in 1697, deed de toenmalige ambassadeur. De Bonrepos, stappen bij Ho. Mo. om betaling van den achterstand te verlangen, doch de naar aanleiding der Spaansche erfopvolging opnieuw ontbrande oorlog verijdelde zijne pogingen.
Bron:
E. VAN BiEMA.
Het een en ander omtrent het
OudeHaagsche Postwezen,
naar bescheiden uit de
archieven 139