1601-1700

07-09-1693
Dirk van Stoopenburgh, schout van Zwammerdam, broer en mede-erfgenaam van Jan van Stoopenburgh, verkoopt aan postmeester Martin Beukelaar 2 uiterdijken onder Alphen in Alpherhoorn tussen de Rijn en de Hoge Rijndijk, groot 300 roeden, belend ten zuiden Steven Matheusz van Heijningen, ten noorden de koper zelf. Koopsom 200 gulden.

27-11-1693
Hendrick Hendricksz Dobbe, getrouwd met Catharijna Cornelisdr Maas, en Maria
Cornelisdr Maas, meerderjarige, ongetrouwd, geassisteerd met notaris Dirck van der Aer, beiden wonend te Alphen, Dobbe voornoemd en Matheus Cornelisz Groenevelt, wonend te Woubrugge, nog als testamentaire administrateurs over de grootvaderlijke en grootmoederlijke goederen van Jeroen Jansz en Aaltje Jansdr van der Graft, kinderen van Jan Jansz van der Graft en Cornelia Cornelisdr Maas, Catharina, Maria en Cornelia Maas voorn. zijn kinderen van Corne1is Jacobsz Maas en Hillegond Willemsdr Bouman, beiden overleden, verkopen aan Martin Beuckelaer, postmeester, 4 morgen land in de Grote Alphense polder, opgedragen aan Corne1is Jacobsz Maas als 4 morgen 200 roeden op 13-05-1670 en 350 roeden op 20-05-1677, belend ten oosten de Hoge Rijndijk, ten zuiden Steven Matheusz van Heijningen, ambachtsbewaarder van Alphen, en de Petten, ten westen Gedeon Wilkens voorn en de koper. Koopsom 2.050 gulden.

1693: In een document van 1693 duikt voor het eerst de naam van Achelen of het huidige Achel op. Het posthuis van Achel was Genenbroek.

Het kasteel Genenbroek, in het Limburgse plaatsje Achel, werd verkeerdelijk Grevenbroe(c)k genoemd. Op diverse kaarten en plans duidt men Grevenbroek aan waar het om Genenbroek gaat; zelfs op foto’s en prentbriefkaarten waarop kasteel Genenbroek wordt afgebeeld staat steevast de benaming Grevenbroeck vermeld. Bijna zestig jaar lang was het kasteeldomein eigendom van de kruisheren, die eveneens de benaming Grevenbroek gebruikten.

 

 

 

 

 

Bron: Het boek “Hamont. De geheimen van zijn brievenpost. Achel op een kruispunt van de diligences” auteurs Guido Tijskens en Luk Van de Sijpe, pag 10, Achel.

In 1693 werd de lijn Antwerpen-Roermond-Erckelenz-Keulen van de paardenpost uitgebreid en waarschijnlijk ook verlegd.

Bron: Het boek “Hamont. De geheimen van zijn brievenpost. Achel op een kruispunt van de diligences” auteurs Guido Tijskens en Luk Van de Sijpe, pag 7, Achel.

1693: In Gorinchem was het  Magdalena Sluymer, die de postzaken behartigde.

Na haar overlijden in 1693 belastte haar broer Willem zich met de brievenpost en noemde zich zelfs postmeester, maar dat was in naam nog altijd Adolf Borbagh (Borrebagh). Later nam Willems weduwe -Johanna Beefting -de werkzaamheden waar. Het postkantoor was toen gevestigd in het huis “de Gulden Cop”, staande op de plaats van het pand Hoogstraat 11. In wezen was het deze persoon die als plaatsvervanger of substituut-postmeester de zaken met betrekking tot de post regelde.

 

Bron: