1701-1800

1773: In 1773 werd Mathijs Van den Dungen pachter op de zogenaamde Oude Hoeve te Achel. Of hij hiermee volledig afscheid nam van hetgeen hij in zijn posterijwereld had opgebouwd durven we betwijfelen. Mogelijk zette hij deze stap opzij om zijn dochter Jenne Marie en schoonzoon Willem Mennen te helpen om uit de schulden te geraken. Willem Mennen was door schulden in onmin geraakt met zijn commissarissen. Die drongen aan op een akte van borgtocht waarbij Willem zijn bezittingen als onderpand zou stellen. Dit gebeurde op 12 februari 1776.

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost.
Achel op een
kruispunt van
de diligences” auteurs
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 29 en 31, Achel.

1774: Tussen 1774 en 1819 gebeurde er nog wel het een en ander, want de Franse bezetter had hele andere plannen met de locatie.
Tijdens de Franse bezetting was het posthuis geconfisqueerd door de genoemde bezetters en werd het enige tijd gebruikt als kazerne en fourage magazijn voor de in Alphen gelegerde Kozakken. Gedurende deze tijd werden de posterijactiviteiten uitgevoerd in een naastgelegen pand, zijnde een kleine boekwinkel van Coenraad Alexander Kluit. In 1799 besloot de toenmalige volksvertegenwoordiging, dat de Posterijen voortaan “nationaal” zouden zijn. Het waren opnieuw de postale inkomsten, waar het in eerste instantie om ging. En dit maal ten behoeve van de nationale kas.
De eerste Nederlandse Postwet trad in 1807 in werking en regelde in hoofdzaak kwesties als tarieven en postrecht (postmonopolie). Voor het eerst werd voor het gehele land een algemeen geldend port vastgesteld. Dit bleef bepaald naar afstand en gewicht.Nieuw waren de verlaagde tarieven voor drukwerken, kranten, monsters en geldzendingen. Wel beschouwd een prille, voorzichtige doorbraak in de richting van een maatschappelijke functie van de Posterijen.
In 1823 verliet de posterijen de kleine boekwinkel en betrok een groter pand iets verderop in de Dorpsstraat, naast de Hervormde Kerk. Hier verbleef men tot 1871, in verband met de toenemende drukte werd besloten tot een verhuizing. Enige panden verderop in dezelfde Dorpsstraat gat men in een nog groter pand de nering voortzetten. Hier werd naast de post tevens een telegraafkantoor gevestigd.
Per 10 mei 1905 was de officiële naam van de gemeente ‘Alfen’ veranderd in Álphen’.
In 1918 worden de gemeentes Alphen, Oudshoorn en Aarlanderveen samengevoegd tot één
gemeente en gaan vanaf dat moment verder onder de naam ‘Alphen aan den Rijn’.

Bron:
N. Nieumeijer

1775:
De verwisseling in het posthuis te Alfen geschiedde door een commies, later bijgestaan door een assistent, die hier door de organiserende post-sociëteit werden aangesteld. Deze haalden alle brievenzakken leeg, sorteerden de post op hun nieuwe bestemmingen en deden het weer in de zakken der postiljons, zodat dezen binnen één tot anderhalf uur weer konden afreizen. Een en ander was natuurlijk wel afhankelijk van de tijdige aankomst van alle postiljons. Een omzet van 200 zakken post per nacht was in die tijd een heel normaal verschijnsel, zodat er nogal wat werk moest worden verzet. Hier is in die tijd ook de gewoonte ontstaan, om ook wanneer voor een bepaalde plaats geen post was, toch een postzak mee te zenden, zodat er geen zak kon zoekraken. Dat er aan het zoekraken van post veel aandacht werd besteed lezen we in een aardig rapport van 26 oktober 1775, waarin de commies-generaal Le Jeune schrijft:

“Present in den nacht bij het verwisselkantoor te Alphen. De postillons waren alle nugteren en bequaam. En de verwisselingen met allen spoed en accuratesse geschied zijnde, zijn dezelve alle in dezelvde omstandigheid weeder afgereden na hunne respective destinatien.
Even over 2 uuren na middernacht. De postillon verloor van zijn paard zijn groote rommel off brievenzak, even aan geene kant van Goudsche Sluijs. Aan Alphen verzocht te laten vissen langs de slootkanten met haaken. Aan de boeren langs de wegh kennis laaten geeven van er ook na te willen vissen met belofte van een premie voor de geene die gemelde zack te regt zoude brengen. Tevergeefs. Daarna laten omroepen van Alphen tot in Boskoop zijnde het traject. Als premie was gesteld 2 ducaten.
De betreffende zak was den 28 oktober terechtgekomen. Deze zak was reeds eerder gevonden door een schuitenjager en had deze aangetroffen op den gemeenen wegh voor zijn woning, staande eeven beneede de sluijs.
Laaten Examineeren, wel gezeegeld en in orde geslooten. Gemelde jaager de gestelde premie betaald. De zack per expresse geexpediteert”.



Bron:

Postwezen Oudshoorn

1776: Prachtige kaart uit 1776 bij een twist over het Oormansbos. Op de tekening staan de drie kerken van Grevenbroek, de windmolen en Genenbroek, waar dame De Hubens woonde. Een rechtstreekse verbinding tussen Hamont en Achel via de Kiek-Oet was er niet. Het traject van de diligences naar het Roergebied liep via Genenbroek met een boog rond de grafheuvels, Haarterheide, Dijk en Mulk naar Budel, Weert en Roermond. Hamont sloot op deze weg aan via het Koleneind of de Haart. (RAL kaartenarchief)

 

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost.
Achel op een
kruispunt van de
diligences” auteurs
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 33, Achel.

1781: Nu kwam Antonius Van den Dungen (°1741) op het voorplan in Achel. Hij was in 1772 in Achel getrouwd met Maria Mechelina Van de Kerkhof uit Gemert. De eerste jaren na hun huwelijk woonden ze niet in Achel; ze kwamen wellicht pas in 1781 terug na de dood van vader Mathijs Van den Dungen.

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost.
Achel op een
kruispunt van de
diligences” auteurs
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 34, Achel.

1782: Op 17 mei 1782, bijna een jaar na zijn dood, werden de eigendommen van vader Mathijs Van den Dungen verdeeld onder zijn twee nog in leven zijnde kinderen Antonius en Jenne Maria. Het huijs genaemt het posterije huijs met den grooten hof als hunne ouders gebruijckt en beseten hebben is voor primogeniture met lasten der schattinge, chijnsen of andere lasten daerop staende naar Antoin Van den Dungen en Maria Mechelina Van den Kerckhof overgegaan. Het andere huis met hof, oorspronkelijk afkomstig van de familie Borghouts en jaren eerder met warmerhand aan Willem Mennen overgedragen, ging nu definitief naar Willem Mennen en zijn vrouw Jenne Maria Van den Dungen.

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost.
Achel op een
kruispunt van
de diligences” auteurs
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 34, Achel.